• 11/07/14

Ontslag voetbaltrainer

Op 9 juli jl. stond er een artikel op onze website over de rechtszaak DSO – Van Boksel. Aangezien Het Haagse Amateurvoetbal samenwerkt met De Voetbaladvocaat vroegen wij sportadvocaat Richard van der Zwan meer te vertellen over de procedure waarin DSO en Van Boksel nu zijn verwikkeld.

Arbitragecommissie van de K.N.V.B.

Net als in het professionele voetbal gebeurt het ook in het amateurvoetbal: een trainer wordt – wegens tegenvallende prestaties of het ontbreken van ‘chemie’ met de spelersgroep – ontslagen. Volgens sportadvocaat Richard van der Zwan geniet het altijd eerst de voorkeur om te proberen dit geschil onderling op te lossen. Mocht dat niet lukken dan kunnen partijen zich eventueel laten bijstaan door een sportadvocaat om zo alsnog een minnelijke regeling te betrachten. In veel gevallen kan een regeling getroffen worden en is daarmee de kous af, maar – als partijen geen water bij de wijn willen doen – zal de zaak voorgelegd moeten worden aan de arbitragecommissie van de K.N.V.B.

In de statuten van de K.N.V.B. is namelijk vastgelegd dat de vereniging en de trainer verplicht zijn om hun geschillen voor te leggen aan de arbitragecommissie. Dit kan door het indienen van een verzoekschrift waarna de gedaagde partij vervolgens in de gelegenheid wordt gesteld om een verweerschrift in te dienen. In die zin valt de procedure te vergelijken met de ontbindingsproedure zoals we die in het arbeidsrecht kennen.

Na de schriftelijke fase zal de arbitragecommissie veelal een hoorzitting houden zodat de partijen hun standpunten over en weer kunnen verduidelijken tegenover de commissie. De arbitragecommissie zal vervolgens de zaak bekijken en nagaan of de arbeidsverhouding tussen partijen dusdanig is verstoord dat een eventuele voortzetting hiervan geen reële optie is. Dit is natuurlijk vaak het geval als partijen het aan laten komen op een arbitragegeschil. Toch worden de partijen tijdens de mondelinge behandeling ook nog in de gelegenheid gesteld om er alsnog onderling uit te komen. In de zaak DSO – Van Boksel is dit nu ook gebeurd en wordt de zaak daarom twee weken aangehouden. Als partijen er binnen twee weken uitkomen dan dienen de partijen de K.N.V.B. hierover te informeren. Indien partijen er evenwel niet uitkomen dan zal de arbitragecommissie alsnog een uitspraak doen.

Welke vergoeding bij een uitspraak?

Indien voortzetting van het contract niet meer tot de mogelijkheden behoort is de vraag – en daarin zit meestal de crux – hoe hoog de hoogte van de vergoeding moet zijn. Indien een contract voor bepaalde tijd (hetgeen het meeste voorkomt bij voetbaltrainers) tussentijds wordt beëindigd dan zal de trainer een gefixeerde schadevergoeding vorderen. De gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het bedrag van het in geld vastgesteld (bruto) loon voor de tijd, dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. In beginsel – net als in het reguliere arbeidsrecht – zal deze schadevergoeding worden toegekend. Dit wordt slechts anders indien er omstandigheden zijn die billijken dat de hoogte van de vergoeding wordt gematigd.

Uitspraak DSO – Van Boksel

Richard van der Zwan: ‘Hoe de zaak tussen DSO en Van Boksel zal worden afgewikkeld kan ik nu niet zeggen omdat ik de onderliggende feiten en omstandigheden niet ken. Maar zoals altijd houdt ons kantoor de ontwikkeling op dit gebied nauwlettend in de gaten’.

Contact

Adelheidstraat 76

2595 EE Den Haag

Over ons

Voetbaladvocaat.nl is een initiatief van Van der Zwan Advocaten. Advocaat Richard van der Zwan is gespecialiseerd in sportrecht in het algemeen en voetbal in het bijzonder.